|
Uit- of toespoor Traction
Avant?
|
Wil je geen ongewilde
overmatige slijtage van de voorbanden, dan zal het sporen in orde
moeten zijn. Tevens wordt het weggedrag grotendeels door de sporing
bepaald.
|
|
Uit-
of toespoor Traction Avant en hoeveel?
Deze vraag kan gemakkelijk beantwoord worden, want in het boekje van
Olyslager staat 0 tot 2 mm uitspoor. Dit uitspoor wordt gemeten aan
de voorzijde van de velg op as-hoogte. De breedte van de voorzijde
van de velg is dus 2 millimeter meer of breder dan de achterzijde
van de velg op dezelfde hoogte gemeten. De banden aan de voorzijde
wijzen dus eigenlijk een klein beetje naar buiten.
Waarom deze instelling? Het
is een vaste regel dat auto’s met voorwielaandrijving uitspoor en
auto’s met achterwielaandrijving toespoor hebben. Dat komt
voornamelijk omdat de voorwielaandrijvers (motor in langsrichting
geplaatst) de voorwielen naar binnen trekken. |

|
Hetzelfde gebeurt bij
auto’s waarvan de achterwielen worden aangedreven maar dan
andersom, de wielen worden hierbij naar buiten geduwd. Oorzaak
hiervan zijn de flexibele componenten zoals rubberen bussen (silent
blocs), ophangpunten en uiteraard de eventuele speling in de
draagarmen. Andere variaties ontstaan door de krachten van
acceleratie, deceleratie en het nemen van bochten. De
afstelling toe- uitspoor is hoofdzakelijk bedoeld ter compensatie
van de spelingen veroorzaakt door al deze krachten. Overmatig toe-
of uitspoor geeft slechter stuurgedrag en verhoogde bandenslijtage.
De afstelling toe- of uitspoor kan alleen goed gebeuren wanneer er
geen speling op het complete stuuraandrijvingsmechanisme is. Bij een beetje toespoor wordt een beter rechtuit
gedrag verkregen en met wat uitspoor een beter bochtengedrag. In de
racerij wordt, afhankelijk van de racebaan en weersomstandigheden,
bewust voor een toe- of uitspoor gekozen ondanks het feit dat de
achterwielen worden aangedreven. Hoe harder je rijdt of hoe sneller
je een bocht neemt, hoe belangrijker deze afstelling is. Dit komt door de enorme krachten die vrijkomen van de aandrijfunit die de wielen uit- of naar elkaar toe
willen bewegen. Bij een Traction zal dat allemaal niet zo’n vaart
lopen. We zijn rustige rijders die bij wijze van spreken alleen op zondag de auto
gebruiken. Het controleren van deze bewust
gekozen uitspoor kan zeker geen kwaad. Bij een goede afstelling zal
onder normale rijomstandigheden de uitspoor bij een Traction Avant
praktisch 0 mm bedragen. Voordeel is dan minder slijtage van de
banden en minder brandstofverbruik.
Als laatste vraag komt nu
naar boven borrelen, hoe is men aan deze uitspoor gekomen? Heel
eenvoudig, proefondervindelijk. |
|
De
gegevens van fuseehelling (caster) en wielvlucht (camber) zijn
meestal vaste instellingen, die kun je alleen maar statisch
controleren. Ook de achteras heeft een vaste instelling waaraan
niets veranderd kan worden. Een uitzondering vormt de Citroen ID of
DS en dat heeft te maken met de voor de vooras geplaatste
stuurstang. Bij deze auto hebben we dus wel te maken met een
toespoorafstelling en dat geldt voor alle auto’s waarbij de motor
in langsrichting en de stuurstang voor de vooras is geplaatst.
Dit verhaal is een korte samenvatting
van het hoe en waarom van toe- en uitspoor voor onze Traction.
Uitgebreidere informatie zoals wielvlucht of camber, askanteling of
caster, stuurstraal en uitspoor in de bocht enz. valt buiten dit
verhaal en vormt een hoofdstuk apart.
Afstelling controleren:
Voor we beginnen met het afstellen moeten we eerst zorgen dat alle
scharnierpunten (Fusee enz) en ophangingen (silent blocs)
spelingsvrij zijn. De auto is op een vlakke vloer geplaatst en de
banden zijn opgepompt. Dan pas afstellen op uitspoor van 0 tot 2
graden en dat geldt voor alle Traction Avants
behalve voor de zes cilinder want die wordt op 0 tot maximaal
4 mm
uitspoor afgesteld.
De afstelling gebeurt door verdraaien van de spoorstangen met een
gelijk aantal slagen. Het verschil in lengte van beide spoorstangen
mag niet meer dan 1 mm bedragen.
Zorg dat de kogelbouten van de tandbaan niet verdraaid worden
en horizontaal blijven tijdens deze handelingen.
Meethulp:
Hulpgereedschap voor het meten van deze uitspoor kunnen we eenvoudig
zelf maken door twee buizen in elkaar te schuiven. Met een ondersteuning van deze constructie kunnen we
exact de breedte bepalen tussen de velgrand van beide voorwielen en
vergelijken met de achterzijde.
Opmerking:
Op beurzen zie je nog wel eens hulpgereedschap liggen voor het
bepalen van uit- of toespoor . Dit gereedschap lijkt op een
grote schuifmaat. Maar als je alleen voor één keer de uitspoor wilt
controleren kun je beter zelf iets maken. Voorkom rijden tegen een
stoeprand want dan is het zo gebeurd met je uitspoorinstelling.
|
|
|
|

|
|