Het kruisje van de kruiskoppeling inclusief de naaldlagers zorgen dus voor de mogelijkheid dat de aandrijfas flexibel alle bewegingen, zonder frictie, van het voorwiel kan volgen. Voorwaarde voor een goede en deugdelijke werking van deze constructie is een goede smering en geen overbelasting. De overbelasting hebben we grotendeels zelf in de hand waarbij we moeten denken aan schokbelastingen. Mogelijke voorbeelden hiervan zijn plotseling krachtig remmen of bruusk de koppeling bedienen bij groot motorvermogen.

Goede smering belangrijk
Bij een goede smering zal het wel meevallen, alleen als hier niet zo op gelet wordt en  we dit verwaarlozen, zijn de kansen van destructie groot. De naalden van het lager drukken zich dan diep in het lageroppervlak van het kruisje. Een ratelend of rommelend geluid wordt hoorbaar bij het op en neer gaan van het voorwiel. Sommige kruisjes hebben de mogelijkheid om met een vetspuit de naaldlagers te smeren, wat zeker vroeger noodzakelijk was, gezien de kwaliteit van het toen gebruikelijke smeervet. Tegenwoordig is het vet van een dusdanige kwaliteit dat extra smeren niet meer nodig is, vandaar dat de smeernippel op de tegenwoordige kruiskoppelingen meestal ontbreekt.

Extra bescherming
Om indringen van vuil en water in de lagers te voorkomen kunnen we de kruiskoppeling beschermen. Hiervoor zijn hoezen verkrijgbaar waarbij het niet altijd noodzakelijk is de aandrijfas los te maken. Deze beschermhoezen zijn er in rubber maar ook in een leren uitvoering en deelbaar zodat montage ervan heel eenvoudig kan zijn.
Let wel op de maatvoering of deze wel past!


Opmerking
De beschadiging die door overbelasting of gebrek aan smering is veroorzaakt kan ook op dezelfde manier ontstaan bij kogellagers zoals bijvoorbeeld bij wiellagers. We krijgen dan uiteraard geen streepjes te zien als beschadiging maar ronde kuiltjes. Wiellagerbeschadigingen kunnen ook ontstaan door bijvoorbeeld tegen een stoeprand aan te glijden. Een klein tikje is vaak al voldoende! Vooral in de wintermaanden schuilt hierin dan het gevaar.
Dat er maar weinig hoeft te gebeuren om een beschadiging van het lager te krijgen komt eigenlijk doordat alleen het lageroppervlak gehard is. Dat wil zeggen dat de harde laag vrij dun is en de onderlaag in verhouding zacht,