Het controleren of er nog
hoogspanning op de bobine aanwezig is, is niet zo eenvoudig. Een
bougiekabel losmaken en in de buurt van de massa houden en kijken of
er een vonk overspringt, is eigenlijk niet zo’n goed idee. De
kans dat de bobine beschadigd raakt is mogelijk en daar
zitten we niet op te wachten. Een bougie eruit halen en buiten de
motor aansluiten om te proberen en te zien of er een vonk over wil
springen, is meestal te veel werk en is bovendien tijdrovend. Vooral als je snel even wilt zien of het ontstekingcircuit in orde
is. Het zou handig zijn om op een simpele manier te kunnen vaststellen of er hoogspanning is. Voor lage spanningen zijn er
genoeg middelen voorhanden zoals een universeelmeter of een gewoon
lampje. Met de hoogspanning kan dit eigenlijk op een soortgelijke
manier gebeuren. Geen lampje, maar een neonlampje die we in serie
schakelen met een bougiekabel. Het neonlampje dat we nodig hebben
vinden we vaak in de schakelaar zitten van stekkerdozen met
verlengsnoer. Ook een 220 Volt spanningzoeker kunnen we nemen. Alleen het neonlampje zonder
voorschakelweerstand kunnen we gebruiken voor onze
hoogspanningstester. Door nu dat neonlampje in serie te schakelen
met een van de bougiekabels kunnen we, wanneer alles goed
functioneert, het neonlampje zien oplichten bij elke vonk. Nog beter
is het neonlampje te plaatsen in de centrale bougiekabel dus tussen
bobine en verdeler in. Bij de Traction kunnen we dan alle vier de
bougie-aansluitingen controleren!
|
.jpg)
Onderdelen
hoogspanningstester:
Een neonlampje 60 Volt of 220 V spanningzoeker.
Bougiekabel
met vaste kern.
2 contactbusjes voor
de bougiekabel.
Siliconenkit of zelfvulkaniserende tape.
|
En dan nu de nodige huisvlijt:
We kunnen een eenvoudige 220 Volt spanningzoeker gebruiken die in
bijna elke bouwmarkt te
verkrijgen is. Nu zijn er natuurlijk verschillende modellen maar met
een beetje geluk kun je deze net zo in stukken zagen zoals op de
rechter foto te zien is.
Wat we
overhouden.
Wat we overhouden en gebruiken is het middelste gedeelte waar zich
het neonlampje met voorschakelweerstand in bevindt.
|
.JPG)
.JPG) |
Een
kleine elektrische aanpassing.
Het binnenwerk kunnen we uit de behuizing schuiven en we houden een
houdertje met aan de uiteinden twee zwarte dopjes over.
Het weerstandje en het neonlampje laten we aan elkaar zitten omdat
het solderen van de draadeindjes van het neonlampje onmogelijk is.
Die zijn namelijk van wolfraam gemaakt. |
.JPG) |
Weerstand
kortsluiten.
Omdat
een weerstand niet wenselijk is voor de werking, wordt deze
kortgesloten met een tiertje uit een stukje montagedraad of
tweelingsnoer van een schemerlamp.
Gewoon het draadje eromheen wikkelen is voldoende. Solderen is niet
nodig.
|
.JPG) |
De hoogspanningstester
nadert bijna zijn voltooiing.
We gaan de laatste hand leggen aan de tester door het neonlampje en
de omwikkelde weerstand in de houder te schuiven en de twee zwarte
dopjes weer terug te plaatsen. De dopjes zijn van geleidend
materiaal gemaakt( voor alle duidelijkheid). Het geheel ook weer terugplaatsen in
de oorspronkelijke spanningzoekerbehuizing waarbij aan de uiteinden hiervan de
bougiekabel wordt bevestigd.
Het bevestigen betekent het er tegen aan schuiven van de bougiekabel
waarvan het uiteinde van de bougiekabel iets is aangestript.
|
|
Hier dan de hoogspanningtester die met minimale en eenvoudige middelen is samengesteld.
|
Afwerking.
Om het geheel niet
uit elkaar te laten vallen is hier de overgang van kabel en
neonlampbehuizing afgeplakt met zelfvulkaniserende tape. Met
krimpkous of kit kan dit ook. Als laatste
solderen we aan de uiteinden van de bougiekabel de contactklemmetjes.
|
.JPG)
En dan nu het testen.
Een duidelijk oplichtend neonlamje bij stationair
draaiende motor. Zelfs bij daglicht was de werking van het
neonlampje goed zichtbaar. Het neonlampje gaf zelfs meer licht
bij toenemend toerental. Wanneer de lichtopbrengst wat tegenvalt kun
je eventueel een kijkvenstertje maken. De lichtopbrengst is een
beetje afhankelijk van het gebruikte neonlampje.
|
Het prototype.
Op de foto hierboven zien we het resultaat van ons fröbelwerk. Dit
prototype verdient natuurlijk verbetering maar we hebben in ieder
geval een tester die zijn dienst kan bewijzen op momenten waarbij de
vraag opkomt: "werkt de ontsteking wel"?.
Voordelen
hoogspanningstester.
Deze zelfgemaakte hoogspanningstester is voor 6- en voor 12 Volt
bobines te gebruiken.
Altijd een gesloten hoogspanningcircuit waarbij het per ongeluk
krijgen van een schok is uitgesloten.
We kunnen de kabel van de hoogspanningstester zodanig lang maken dat
we, alleen achter het stuur bij een startpoging, duidelijk het
oplichtende neonlampje kunnen waarnemen. Zeker handig als we alleen
een probleem op moeten lossen!
|
Nog
een andere manier van hoogspanning meten.
Een andere mogelijkheid om de hoogspanning op aanwezigheid te
controleren is een stroboscoop gebruiken, die voor het
dynamisch afstellen van de ontsteking wordt gebruikt. Deze werkt op
de pulsen die op het moment van ontsteking doorgegeven worden naar de
sensor/voeler (zie schuifdoos rood). We zien dan een mooie flits die zelfs met veel
omgevingslicht waarneembaar is. Deze ontsteekpulsen zijn alleen
aanwezig als er ook daadwerkelijk hoogspanning is. De grootte van de
ontsteekspanning kan door beide meetmethoden niet bepaald worden,
daar heb je speciale meetapparatuur voor nodig.
Opmerking.
De extra draden aan de stroboscooplamp zijn voor zijn eigen
voedingsspanning en voor het meten van de contacthoek.
|
|
|