Kleppen stellen van een automotor roept
meteen de nodige vragen op, hoe gaat dat ook al weer, wat is de
volgorde van de kleppen, wat is de in- en wat is de uitlaatklep en
nog veel meer vragen. Er zijn genoeg boekwerken waar deze gegevens
in staan en verder zijn er ook diverse trucjes zoals de regel van
negen. Niets van dit alles! Om het eenvoudig te houden moeten we
alleen de klepopening weten van de inlaat- en uitlaatklep. Welke
de inlaat- of uitlaatklep is kunnen we zien aan het spruitstuk. Om
te beginnen halen we eerst de bougies eruit want dan kunnen we de
motor makkelijker tornen. Verder hebben we een slinger nodig en
als we die niet hebben kunnen we de auto in de tweede versnelling
zetten waarna we een voorwiel opkrikken. Met dit linker- of
rechtervoorwiel kunnen we dus de motor gemakkelijk tornen. Wanneer
we plaats genoeg hebben kunnen we ook de auto naar achteren duwen
bij elke meting. Nu zijn de belangrijkste voorbereidingen gedaan
en kunnen we aan het eigenlijke kleppen stellen beginnen. De
voelermaatjes zijn meestal 0,2 en 0,3 mm voor respectievelijk de
inlaat- en uitlaatklep. Wanneer we nu de motor gaan tornen zien we
heel mooi de klepjes op en neer gaan. We nemen nu een voelermaatje
bijvoorbeeld 0,2 van de inlaat en pakken die klep die omhoog komt
tijdens het tornen en meten meteen de maximale opening tussen de
tuimelaar en de klep. Op deze manier meten we alle kleppen waarbij
de volgorde niet belangrijk is. Bij grote motoren, waarbij de
motor niet te tornen is kan dit zelfs met draaiende motor
gebeuren! De voelermaatjes krijgen het op deze manier wel zwaar te
voorduren en worden dan enigszins geplet en kunnen hierna niet
meer gebruikt worden. Maar in tijd van nood kunnen we het op deze
manier uitvoeren. Zelf heb ik op deze manier een zescylinder
afgesteld en het vereist wel de nodige handigheid om met draaiende
motor de borgschroef van de klep te bedienen, de stelschroef te
verdraaien en gelijktijdig het voelerplaatje tussen de klep en
tuimelaar te schuiven. We zien dus niks geen boekwerkjes met
technische gegevens of volgorde van de kleppen weten, maar gewoon
eenvoudig kleppen stellen.
Kort samengevat:
1.
Bougies eruit
2.
Motor kunnen tornen
3.
Voelermaatje 0,2 en 0,3mm (meestal) (Traction Avant 0,15mm
inlaat en 0,2mm uitlaat bij warme motor).
4.
Maximale opening van de kleppen meten
|
Tip:
Het voelermaatje moet tijdens de meting
enigszins stroef tussen de tuimelaar en klep geschoven kunnen
worden. Kleppen te ruim of te strak geeft in de eerste plaats
vermogenverlies en in de tweede plaats verbrande kleppen! |
|
|
Kleppen
stellen zoals het hoort:
Voor we aan een automotor gaan sleutelen, dient hij schoon te zijn en dat
geldt eigenlijk altijd voordat we iets gaan repareren of
afstellen. Maak er een goede gewoonte van!
|
|
|
|
|
We beginnen
met het luchtfilter te verwijderen en dekken de carburateur af met
een plastik zakje of iets dergelijks, zodat er geen vuil in kan
komen.
|
Vervolgens
verwijderen we het kleppendeksel en maken de omgeving schoon met een
poetslap.
|
Dan gaan we
de bougiekabels merken van cilinder een tot en met vier met
schilderstape, zodat we later geen vergissingen kunnen maken met het
weer terugplaatsen ervan.
|
|
|
|
Een goed
passende bougiesleutel is aan te raden voor het verwijderen van de
bougies.
|
We plaatsen
de slinger voor het tornen van de motor.
|
Nu
zien we hier een lijst met gegevens waarop de volgorde van de
cilinders staat aangegeven en de speling die gemeten moet worden
tussen klepveer en tuimelaar. We maken op deze lijst gebruik van de
regel van negen. Natuurlijk zijn er meer manieren, maar
dit is er een van.
Deze lijst kan men hier beneden downloaden.
|
|
|
|
Door het
tornen of verdraaien van de motor met de slinger kiezen we een klep
die gesteld moet worden en nemen de juiste voelermaat hiervoor, die
de speling tussen klepveer en tuimelaar moet bepalen. De voelermaat
bewegen we schuivend tussen de klepveer en tuimelaar heen en weer en
moet dan enigszins stroef aanvoelen.
|
Wanneer
deze afstelling is bereikt gaan we met een goed passende
schroevendraaier de instelbout van deze klep fixeren, dus niet meer
verdraaien, en zetten de borgmoer vast.
|
Zo worden
alle kleppen gecontroleerd en eventueel afgesteld. Om er zeker van
te zijn dat alles goed is gedaan, wordt nogmaals alles
gecontroleerd. Wat opvalt, is dat meestal de achterste kleppen
bijgesteld moeten worden en dat komt omdat deze achterste cilinders
warmer worden door de iets mindere koeling.
|
|
|
|
Zorg voor
de juiste elektrode-afstand van 0,5 mm en stel deze zonodig bij.
Groter dan 0,5 mm komt voor bij moderne motoren, die hebben dan ook
een betere hoogspanning tot hun beschikking.
|
Reinig ook
de bougies met een koperborstel en in geen geval met een
staalborstel want die zorgt voor geleidingssporen op het porselein en dat heeft dan weer vonkverlies tot gevolg.
|
Als laatste
worden de bougies met de hand ingedraaid en als het schroefdraad van de bougie met
kopervet is ingesmeerd moet het aanhaalmoment worden verhoogd tot
het maximale wat de fabrikant voorschrijft. In de meeste gevallen is
dit 3,5 mkg dit vanwege het lostrillen van de bougie.
|
Rest
ons nog de bougiekabels, kleppendeksel en luchtfilter terug te
plaatsen en ook de slinger te verwijderen. Door bijvoorbeeld slechte
smering kan er door slijtage de kleppen eerder hoorbaar worden dan
verwacht, maak derhalve een
aantekening met datum wanneer de kleppen gesteld zijn.
Start de
motor en luister naar eventuele bijgeluiden. Wanneer alles goed is,
moet de motor weer lopen als een zonnetje. Controleer ook even de
ontsteking of die nog op tijd staat.
|
|
De
afstellijst om kleppen te stellen kan je hier
downloaden.
|
|
|
Naar
boven
|