
Door eerst de plamuurlaag te verwijderen kwam een tinreparatie
naar voren. Een reparatie op zo'n plaats wordt wel vaker toegepast
maar blijkt op wat langere termijn dus niet te voldoen. Het is een
soort smeertin die, met een brander in een wat opgeruwd oppervlakte
wordt aangebracht. |

Hier zien we
binnenzijde van de deur waar ook wat blaasjes waren
ontstaan. Na verwijdering van de verf en tinrestanten
ontstond een heus gat. |

Nadat de meeste
rommel verwijderd was bleef er een behoorlijk gat over.
Met een staalborstel op een boormachine kan de meeste roest
verwijderd worden.
Dit was nog maar het begin. |

Ook de
onderzijde van de deur had flink te leiden gehad.
Ogenschijnlijk was hier eerst niets te zien totdat er met
een schroevendraaier wat roest was verwijderd. De gaten bleven maar komen. |

En als dan alles in kaart is gebracht, moet je gaan bekijken tot hoever
er nog materiaal weggehaald moet worden om te kunnen lassen. In
roest zit veel zuurstof en dat gaat spetteren bij het
lassen! |

Een gat met er omheen nog wat zwakke
plekjes die als we een goede basis willen hebben ook
weggeknipt moet worden. Als knippen lastig is kan er ook
geslepen worden met dunne slijpschijfjes van 1mm dikte. |

Een
nieuw stukje plaatmateriaal pasklaar gemaakt op de klassieke
manier met overlap en verzet.
Hiervoor
is een speciale tang gebruikt die ook gaatjes
kan ponsen.
|

Je kan ook het plaatje kops vastlassen, waarbij wel wat ruimte moet
zitten tussen de deur en het plaatje. Ook voor deze situatie zijn
hulpmiddelen voor het fixeren ervan te gebruiken, die je later weer
kunt
verwijderen. |

Het plaatje ingelast en ook de andere gaten behandeld. De speciale tang
is linksonder op de foto nog te zien.
Met een lamellen schuurschijf kan je het teveel aan laswerk
wegslijpen. |