Werking centrifugaal- vacuumvervroeger
|
Er heerst
nogal wat mystiek rond de onsteking en vooral als het gaat om het
centrifugaal- of vacuümvervroeging mechanisme. De werking van de
centrifugaal- vacuümvervroeging wordt hier dan ook op een
eenvoudige manier uitgelegd om een indruk te krijgen in de, voor
sommige mensen, toch complexe materie.
|
|
De basisafstelling
We weten dat de vaste ontsteking (statische) wordt afgesteld op 8
graden voor BDP (bovenste dode punt). Dit gebeurt door een pen van 6mm in een daarvoor
bestemd gat in het vliegwielhuis
te steken. Door het vliegwiel te verdraaien komt deze pen
precies in de uitsparing van 8 graden terecht. Het
doel van deze voorontsteking is dat de benzine tijd nodig heeft om
te ontbranden. Deze ontbrandingstijd voor benzine is ongeveer een
paar milliseconden. Als we nu de voorontsteking dus afgesteld hebben
op die 8 graden voor BDP, zal de benzine zijn volledige energie
afgeven wanneer de zuiger het BDP passeert. De energie, dus de
kracht op de zuiger, wordt dan volledig benut.
Centrifugaalvervroeging
Anders wordt het wanneer we het toerental gaan verhogen. Zonder
gebruik te maken van onze centrifugaalvervroeging zou dus de
ontbranding te laat plaatsvinden. We hebben nu dus te maken met een
naontsteking! Doordat de ontsteking te laat komt wordt dus ook het
vermogen niet optimaal benut daarbij wordt de motor ook nog
behoorlijk warm. Door een
mechanisme toe te passen zoals het centrifugaal mechanisme kunnen we
dit voorkomen. Door middelpunt
vliegende kracht wordt de grondplaat, waar het
contactpuntje op zit, verdraaid. Dit verdraaien gebeurt door middel
van gewichtjes in combinatie met veertjes. Bij een toenemend
toerental bewegen de gewichtjes zich naar buiten waardoor de grondplaat
verdraaid wordt. Dit verdraaien moet volgens een bepaalde curve in
een grafiek gebeuren die door de fabriek is vastgesteld. Nu
zal dus bij elk toerental de maximale energieoverdracht plaatsvinden bij het bovenste dode punt.
|

Complete stroomverdeler met rechts de
vacuumvervroegerdoos. |
Vacuümvervroeging
In principe zou het bovenste verhaal voldoende moeten zijn voor een optimaal
resultaat maar er kan meer gebeuren. Een voorbeeld is het rijden
vanaf een helling naar beneden toe. Wil je dan de snelheid constant
houden zal je het gas terug moeten nemen. Op dit moment krijgt
de motor een verarmd benzinemengel hetgeen wat moeilijker te ontsteken
is. Een arm mengel heeft meer tijd nodig en dat wordt nu verzorgd
door het vacuüm mechanisme. Deze zorgt ervoor dat onder deze
omstandigheden het ontstekingsmoment wat vroeger komt te liggen. Er
wordt dus op deze manier meer tijd vrijgemaakt die nodig is voor het
verarmde brandstofmengsel
Kort samengevat:
- Bij lage toerentallen, dus
stationair, hebben we een voorontsteking van 8 graden voor BDP om de
benzine de gelegenheid te geven volledig te ontbranden voor een
maximale energie afgifte.
- Gaan we het toerental verhogen
dan zorgt de centrifugaalvervroeger dat onder alle omstandigheden,
dus die 8 graden voor BDP, gehandhaafd blijft om zodoende het
mengsel
de gelegenheid te geven om tot een van maximale energie afgifte te
komen.
De totale maximale vervroeging voor de Traction is 26 graden
(vliegwielgraden) bij ongeveer 3200 t./min.
- Wanneer we bij welk toerental dan
ook het gas iets terugnemen, of we gaan wat rustiger rijden, zal er
een verarming van het benzinemengsel optreden. Onder deze
omstandigheden zal het vacuümmechanisme wat meer gaan vervroegen
omdat een arm mengsel wat meer tijd nodig heeft om tot een volledige
ontbranding te komen. De ontsteekvonk komt dus vroeger.
Betere
verbranding en hoger rendement
Wanneer er lage kruissnelheden worden gereden zal de
vacuümvervroeging een fijnafstelling geven en voor een wat hoger
rendement zorgen. Het is dus een fijnafstelling die zorgt voor een
betere verbranding van het brandstof-luchtmengsel. Het
brandstofverbruik zal dan ook afnemen wanneer we een rustige
rijstijl toepassen.
In de jaren zestig was de vacuummeter onder de zuinige rijders
behoorlijk populair. Zie de foto rechts onder. Deze meter
informeerde de bestuurder om de auto optimaal te
laten presteren. Het gebruik van deze toch nuttige meter is op de
achtergrond geraakt. |

De vacuumvervroegerdoos met de
slangverbinding naar de carburateur.
Vacuumvervroeger koppeling tussen de
grondplaat en de verbinding naar het membraam toe wat in de
vacuumvervroegerdoos zit. |
Controle vacuümvervroeging
Deze controle is wat lastiger te meten maar is 24 graden bij 350 mm
kwikdruk. In de praktijk komt dat neer op ongeveer 10 graden omdat
bij maximum vacuum de motor geen lucht en brandstof meer krijgt wat
eigenlijk gebeurt bij het loslaten van het gaspedaal.
Wel kan wat makkelijker het functioneren gecontroleerd worden door
aan de vacuumaansluiting te zuigen van de vacuümdoos. We kunnen dan de
grondplaat, waarop het contactpuntje zit, zien verschuiven. Gebeurt
dit niet dan is hoogstwaarschinlijk het membraam lek of het
mechanisme loopt stroef door onvoldoende smering. Bij sommige
vacuümmechanisme is er aan de buitenzijde van de stroomverdeler een
pennetje te zien die in- of uitschuift bij verandering van het
vacuüm.
Controle
centrifugaalvervroeging
De controle kan alleen plaatsvinden wannneer er meetputen zijn
aangebracht op verschillende motoronderdelen en er gebruik wordt
gemaakt van een stroboscooplamp Het meetpunt verdeelt in graden kan
zodoende, bij draaiende motor, vergeleken worden met de curve in een
grafiek die door de fabriek is vastgesteld. Deze grafiekcurve is
voor elke motor verschillend en bepaald als alles goed is het
karakter en soeplesse van de motor. Daar kan zelfs een elektronische
ontsteking geen verbetering in brengen omdat hier gebruik wordt
gemaakt van een curve met een vlak verloop om technische redenen. In
de praktijk wordt dit niet als nadeel ervaren en zien we meer
voordeel van deze ontstekingsvorm, omdat deze minder "onderhoud"
nodig heeft.
Opmerking
Een vacuümvervroeger-mechanisme is niet per definitie noodzakelijk
en dat zien we bij de wat oudere Traction Avant motoren terug. Later
door verdere ontwikkelingen in de autoindustrie is er de
vacuümvervroeger bijgekomen waardoor er wat beter met de brandstof
en vermogen van de motor wordt omgesprongen. Zuiniger rijden wordt
dan ook alleen maar verkregen door een rustiger rijstijl. Houden we
van een pittige rijstijl dan is eigenlijk een vacuümvervroegermechanisme overbodig.
Foto rechts de vacuummeter die onder sommige puristen die van zuinig
rijden hielden populair was. Deze werd gekoppeld aan dezelfde
vacuumslang die de carburateur met het vacuummechanisme van de
stroomverdeler verbindt. Het was dan soms een hele opgave om de
aanwijzer in het groene vlak te krijgen en deze daar ook nog te houden.
Met een heel klein beetje gasgeven kwam je toch gauw in het blauwe
vlak "drive" terecht.
Aansluiting
vacuummeter
Wil je een vacuummeter aansluiten dan kun je een koppeling maken op
de bestaande vacuumleiding die van de carburateur naar de
stroomverdeler loopt. Plaats in de leiding naar de vacuummeter een
restrictor (luchtweerstand) voor een rustige meteraanwijzing.
|

Centrifugaalgewichtjes met de
veertjes. Deze combinatie is dusdanig samengesteld dat aan de fabrieksspecificatie wordt voldaan.
Vacuummeter die vroeger vrij populair
was. |
|

|