Solex valstroomcarburateur met startsproeier. In geen geval de
sproeier bezetting proberen te veranderen want dat loopt meestal
op een teleurstelling uit. De sproeiers zelf zijn ook aan slijtage
onderhevig en moeten daarom alleen door het zelfde type vervangen
worden. Het schoonmaken van de carburateur moet voorzichtig en met
perslucht worden gedaan. De carburateur is een precisie instrument
die van fabriekswege nauwkeurig en met de juiste sproeierbezetting
is afgesteld. |
Nieuwe carburateur Solex 32PBIC geplaatst hopende op een vlekkeloze
werking omdat de oude al een heel leven achter de rug had. Vuil in
de carburateur wat je niet verwacht ondanks een extra
benzinefilter in de leiding en niet echt zuinig te krijgen ondanks
diverse afstellingen.
(Stationaire afstelling en
lucht/brandstof regeling).
November 2009.
Nu de auto bijna 10000 km heeft gereden, is het verbruik afgenomen
en is nu ongeveer 1 op 10 geworden, wat niet slecht te noemen is.
|
Luchtfilter Miofiltre gespoten met een gewoon spuitbusje, kan dus ook om een mooi
resultaat te krijgen. Een sticker erop en het ziet er meteen
compleet uit.
Onderhoud luchtfilter:
Filterelement uitnemen, afborstelen en van binnen naar buiten
schoonblazen met perslucht.
Metaalwolelement uitnemen, reinigen in bv. benzine en laten
drogen, daarna in motorolie dompelen, uit laten lekken en weer monteren.
|
Benzinefilter
Wanneer de tank van de auto wordt gevuld, kan er met de benzine vuil en
water binnenkomen. Om
te voorkomen dat dit vuil zich in de carburateur zou kunnen
verzamelen en de sproeiers verstoppen, zijn in de brandstoftoevoer
verscheidende filters ingebouwd. Een tamelijk grof filter in de
tank houdt de grotere vuildeeltjes tegen. De benzinepomp heeft
gewoonlijk eveneens een filter en om te voorkomen dat er toch
vuildeeltjes in de carburateur komen, wordt er nog een benzine
filter geplaatst tussen de brandstofleiding benzinetank en de
brandstofpomp.
|
Afstellen
Carburateur:
Het
afstellen van carburateur met vaste sproeiers:
Van de carburateur
met vaste sproeiers zijn de sproeiermaten door de fabrikant
bepaald en als gevolg daarvan wordt de werking van de carburateur
bij hogere toerentallen dan ook nauwelijks door een bij stationair draaien uitgevoerde afstelling van het
mengsel beïnvloed.
Stationair afstelling:
Breng de motor op de
normale bedrijfstemperatuur en stel de smoorklep aanslagschroef A
zó
af, dat de motor iets sneller dan stationair loopt. Draai de
mengselschroef B
daarna in of uit tot de motor sneller begint te
lopen. Draai de schroef zover in dat het toerental gaat afnemen en
daarna weer iets uit om tot een maximaal toerental toppunt te
komen. Halverwege
deze beide standen zal de afstelling redelijk zijn. Let er daarom op hoeveel slagen de schroef moet worden
verdraaid om van de ene uiterste stand in de andere te komen. In
de middenstand behoort de motor gelijkmatig te lopen. Draai de
smoorklep aanslagschroef daarna iets terug tot de motor normaal
stationair loopt. Eventueel kan de mengselschroef nu nog iets
worden bijgesteld, waardoor de motor nog gelijkmatiger gaat lopen.
De
mengselschroef mag nooit te vast worden aangedraaid omdat deze een
conisch uiteinde heeft, dat in een klein gaatje valt. Beide kunnen
gemakkelijk worden beschadigd wanneer er een te grote kracht op
wordt uitgeoefend.
|