Home            Ontsteking overzicht
 

Bobine testen

De kwaliteit van een bobine kan alleen bepaald worden als we deze uit elkaar halen. Dan pas zien we de constructie en de gebruikte materialen.


Isolatie meting
Een bobine testen kan op verschillende manieren worden gedaan. Allereerst kan gekeken worden of er geen weerstand aanwezig is van de primaire / secundaire wikkelingen ten opzichte van de behuizing. Deze meting kan uitgevoerd worden door gebruik te maken van een Megger (isolatiemeter) of met een Ohmmeter in het hoogste meetbereik. Er mag, als alles goed is, geen weerstand gemeten worden en de gemeten waarde moet daarom ook oneindig hoog zijn.

Weerstand meting wikkelingen
De weerstand meten van de primaire of de secundaire wikkelingen is wat lastiger te bepalen omdat de gegevens van de bobine bekend moeten zijn. Er kan wel bij benadering een weerstandswaarde bepaald worden maar dat geeft geen zekerheid of deze de juiste is. De primaire waarde kan variëren van 0,5 Ohm tot ongeveer 3 Ohm terwijl de secundaire wikkeling ongeveer 20 kilo Ohm kan bedragen. Al deze genoemde waarden kunnen in de praktijk afwijken en zijn dan ook een indicatie.

Vonkmeting in de praktijk
In de meeste gevallen wordt de vonkmeting gedaan door een bougie te verwijderen waarbij het schroefdraad van de bougie tegen het motorblok wordt gehouden. Door de motor te starten zien we een vonkoverslag tussen de centrale elektrode en de massa elektrode verschijnen. Op deze manier gemeten hebben we wel een indicatie of er wel of geen vonk aanwezig is.
Dit zegt nog niets over de goede werking van de bobine omdat we niet weten wat de maximale vonklengte kan zijn in open lucht. 
Lees ook het verhaal over
Eenvoudige hoogspanning tester voor bobine

Controle secundaire circuit
Monteer een bobine op een testbank die uitgerust is met een parallel geschakelde vonkbrug (50 KiloOhm).
Zie de schematische afbeelding is op de foto rechts.
Laat een stroomverdeler 500 omwentelingen/minuut maken met de vonkbrugelektrode afgesteld op 12 mm (A) van elkaar. Breng nu de beweegbare elektrode naar de vaste elektrode toe totdat er een vonk overspringt. Meet nu de afstand van de vonkbrug (A).
Herhaal deze handeling een paar keer en neem de gemiddelde waarde die minimaal 9 mm moet zijn. Dezelfde proef uitvoeren met een toerental van 2000 omw/min en ook deze een aantal malen herhalen. De gemiddelde waarde moet nu minimaal 
4 mm zijn.
Deze meetmethode wordt voorgeschreven door Citroën in het handboek, paragraaf IX controle van een bobine handeling D. 210-0 blz.9


Controle secundaire circuit (II)
Een controle die niet zo onschuldig is, is het meten van de vonklengte zonder hulpmiddelen. Hierbij wordt eerst de isolatiekap van een bougie verwijderd. Met een lopende motor wordt nu de bougiekabel losgetrokken waarbij langzaam de afstand wordt vergroot. In open lucht zal bij een bobine hoogspanning van 15 kiloVolt, aan de uiteinde bougie en kabel, een afstand verkregen kunnen worden van zeker 15mm als de bobine in orde is. Dit moet als een richtlijn worden gezien omdat de vonklengte ook afhankelijk is van het toerental van de motor!
Lees ook het verhaal over
Bobines en de risico's. 

Inductiespanning meten
Door het ontladen van de condensator over de primaire spoel van de bobine ontstaat er een inductiespanning. Deze inductiespanning is vrij hoog en bepaalt enigszins de mogelijk opgewekte hoogspanning aan de secundaire spoel. De plaats waar we moeten meten is het punt op de bobine waar de draad van het contactpuntje vandaan komt. De spanning die we hier kunnen aantreffen is ongeveer 250Volt en is afhankelijk van de gebruikte condensator en type bobine, want die bepalen in grote lijnen de opslingering van de spanning. 

Hoogspanning meten met een scoop
Een goede meting om de hoogspanning te bepalen kan gedaan worden door gebruik te maken van een oscillograaf met hoogspanningsprobe. Deze manier van meting vormt geen belasting voor de bobine zodat ook daadwerkelijk de hoogspanningswaarde kan worden afgelezen. Tevens kunnen we in totaliteit eventuele afwijkingen zien in het ontstekingscircuit. De meeste garages beschikken over deze mogelijkheden.

 


De primaire windingen van een bobine. Het gebruikte isolatiemateriaal zegt iets over de kwaliteit en de mogelijk opgewekte hoogspanning.

Ook de toegepaste lamellen van de bobinekern zijn bepalend voor de kwaliteit. Onderling contact van de lamellen veroorzaakt wervelstromen en daardoor ook opwarming er van. Oververhitting, en daardoor verbranding van de isolatie, kan het gevolg zijn. Een goede bobine moet zeker 10 uur een spanning van 6- of 12Volt kunnen verdragen.

Een testopstelling waarbij op een vrij eenvoudig en veilige manier de hoogspanning van een bobine bepaald kan worden bij verschillende toerentallen. Afstand B bedraagt 0,3mm.

Inductiespanning meten op bobine daar waar de draad van het contactpuntje aan vast zit.

 

                        Web-Design en Techniek Traction Avant 11BL -  Ben E Kulsdom -  © 2006- -  www.kulsdom.be
Privacyverklaring
- Contact - Bijgewerkt: 19-12-2016