Werking ampèremeter
Traction
Het principe berust op een metalen kern (ijzer) waar omheen een
koperen spoel is gewikkeld. Wanneer we door deze spoel een stroom
laten lopen wordt er in de metalen kern een magnetisch veld
opgebouwd. Dit magnetisch veld is dan weer in staat een ander
ijzeren voorwerp aan te trekken. Dat kan in ons geval een wijzer
zijn waaraan een veer is bevestigd. Door deze veer verkrijgen we dus
een nulpunt van waaruit de naald naar rechts of naar links kan
bewegen afhankelijk van hoe het magnetisch veld is opgebouwd.
Weekijzermeter –
draaispoelmeter
Deze constructie stamt nog uit het begin van de stroommetingen en
wordt dan ook weekijzer meter genoemd. Tegenwoordig is deze vorm van
meten op de achtergrond geraakt en zien we de draaispoelmeter
hiervoor in de plaats verschijnen. Hiervan is de werking totaal
anders en kort samengevat beweegt er een spoel waaraan de aanwijzer
is bevestigd in een permanente magneet. Omdat de spoel uit heel dun
draad bestaat kunnen er geen grote stromen gemeten worden alleen maar
spanning. Om deze reden wordt er een shunt toegepast die parallel
over de meter staat. Er wordt dus spanning over de shunt gemeten. De
shunt is meestal een dikke draad van een bepaalde legering
(weerstandsdraad) waardoor de te meten stroom loopt.
Analoog digitaal
De techniek staat niet stil en we zijn inmiddels in het digitale
tijdperk beland zo ook met de meettechniek. Omdat we nog steeds met
oude technieken te maken hebben kan niet altijd gebruik gemaakt
worden van een digitale meter. Bij metingen waarbij snelle
spanningsveranderingen plaatsvinden of stromen is een meteraflezing
praktisch onmogelijk. Om hierin toch wat duidelijkheid te krijgen
zijn sommige digitale meters voorzien van analoge
uitleesmogelijkheid.
|
De ampèremeter van de
Traction is niet bepaald een precisie-instrument en geeft alleen
maar laden- en ontladen aan (Charge en decharge). Een
nulpuntinstelling is niet mogelijk. Ook de stroomwaarde bij maximale
meteruitslag is niet bekend.
|